top of page

Zoiets moois heb ik nog nooit gelezen, zegt hij, en ik smelt…

Een schrijver zoekt publiek. Er moet een reactie komen. Een lach, dat is altijd fijn, een traan dat is een fraaie beloning of een vloek, dan heb je het echt bont gemaakt. Iemand moet lezen wat je hebt geschreven. Publiceren is dus een must. Een krant of een boek, een tijdschrift of een affiche: de letters van je tekst moeten te lezen zijn. Je moet gelezen worden.

Ik heb mijn kleine publiekjes. Op internet kan ik via mijn eigen netwerkje mijn lezers treffen. Af en toe laten ze weten wat ze van mijn stukjes vonden. Via een mailtje of in levende lijve. Ik leef op als iemand de moeite neemt mij te prijzen. Er zijn dagen bij dat ik het ook prima vind als iemand mij in negatieve zin iets toe bijt.


Leuk wordt het als je voor iemand in het bijzonder schrijft en diegene geniet ervan om het te lezen. Als je samen iets hebt meegemaakt en ik beschrijf mijn interpretatie ervan, en de ander is onder de indruk, kan geen woorden vinden voor het stukje dan heb je het goed gedaan. Ik schrijf veel stukjes en af en toe is het raak. Dat zijn de heerlijkste momenten. Als hij zegt nog nooit zo iets moois gelezen te hebben, smelt ik. Ik doe alles voor aandacht, en een compliment krijgen is hemels.


Het meest spannend aan stukjes schrijven is het te schrijven voor iemand, die naast je zit, en die het zodra het klaar is als eerste lezen krijgt. Het voelt een beetje als een proefwerk maken, vroeger op school, als eerste klaar zijn, naar de leraar lopen, inleveren en toekijken hoe hij met zijn rode pen je test gaat bestrepen. Het oordeel kan hard zijn. Sommigen kregen het een keertje terug, met de mededeling, maakt het nog maar eens opnieuw, misschien dat je dan wel iets goed hebt. Met stukjes schrijven is dat eigenlijk ook zo. Ik kijk dan naar mijn publiek, die ene persoon. Ik hoor leesgeluiden. Af en toe een lachje.’ Waar ben je nu’, vraag ik dan. Een frons, o jee, toch te scherp neergezet. Een vinger op het papier, shit een schrijffout, komt door mijn linkerpink die doet het niet zo goed meer. Dan houdt mijn publiek het blad nog even voor de ogen, laat het zaken en kijkt mij aan. In termen van ‘leuk, hoor’ of ‘is het autobiografisch?’ of ‘je hebt in ieder geval je best gedaan’ komt er een oordeel aan.


Overtreffend is de stilte, dat is vaak de mooiste reactie. Stilvallen is niet meer weten hoe je moet reageren. Stilte omdat je anders in ongeschikte clichés gaat vervallen. Een blik van je publiek zegt dan genoeg. Het is verslavend om reacties te krijgen. Strelingen voor de schrijver.


Een schrijver moet publiek hebben.

bottom of page