top of page

Lente is wreed

De lucht is gevuld met verleiding. Vogels kwetteren dat het een lieve lust is, insecten dansen liefdesdansjes, en de eerste lentebloemen verspreiden aanlokkelijke geurtjes. Een slak trekt een nat en glibberig spoor over de terrastegels. Wie mij liefheeft volge mij, denkt de slak.

Op het dak van de schuur spelen twee houtduiven het spel der liefde. Het vrouwtje buigt onderdanig, maar als het mannetje haar wil bespringen veert zij snel op en tippelt lustig verder, om even later opnieuw een verleidelijke pose aan te nemen. Nu of nooit, denkt het mannetje, en waagt een tweede poging. Nog even niet, koert het vrouwtje, en weet wederom haar geliefde te ontduiken. Als het ritueel lang genoeg heeft geduurd vleit het vrouwtje zich op haar buik, spreidt haar vleugels op bevallige wijze, en laat haar staartveren wijken, in staat van opperste ontvankelijkheid.


Cucurucucu Paloma. Cucurucucu amore. De liefdesdaad wordt ingezet. Waarna het geile duifje in wild orgasme het leven laat. Langzaam glijdt hij van haar duivenborst. De duif is dood. Gulzig opgevreten door een nieuwe lente. De nieuwe lente is linke soep voor stoute vogels. Mannetje duif is ontroostbaar en strijkt zijn veren glad. Zijn hartenduifje is niet meer. Volledig gedesoriënteerd vliegt hij zich te pletter in een hemelsblauwe wereld. De lente is wreed.


Ook Nana en Herman treuren diep, diep, diep om dit grote verlies. Vanachter het keukenraam hebben ze getweeën het amoureuze schouwspel van hun houtduiven gadegeslagen. Herman had het vrouwtje nog trucjes geleerd. Klaargestoomd voor een groot theater. Zijn duifje had ambities, droomde van Carré. Nana kan haar droefheid amper bedwingen. Ze laat zich gaan en bezingt het lot van haar favoriete vogel. Diep vanuit haar keel, langzaam en ingetogen, kirt ze weemoedig haar verdriet naar buiten. Cucurucucu Paloma. ¿Qué van a saber de amores? Ya no le llores.


bottom of page