top of page

The fourth of july

Een prachtige dag was het, die zondag. Nog even met hun zalmschouw het water geproefd. Zittend onder de huik, mijmerend hoe fijn haar leven er binnenkort uit zou gaan zien. Even liggen, genieten van het klotsen van het water tegen de boot. Haar ogen vielen dicht en dromen voerden haar naar kinderstemmen en verkleedpartijtjes. Het klotsen hield op, de kinderstemmen verstilden en de prinsessenjurken verdwenen. Het werd stil, heel stil. Nog een keer, even dat gevoel van brabbelende peuters die langs de tafel lopen en toen stopte het tikken van de klok en bleef het stil.

Haar angsten werden beantwoord door de slecht nieuws brenger die haar twijfels nooit serieus nam. Haar moedergevoelens vertaalden al enige tijd wanhoop en angst. Oergevoelens zijn echt, maar werden door hem afgewimpeld. Een beginner was zij en hij de ‘verlosser’.


De dag voordat jij zou kunnen komen, na lang wachten, te horen gekregen dat ze nooit haar liefde zou kunnen delen. Nooit jouw geluid van verdriet en pijn horen. Je in haar armen nemen en zeggen dat het allemaal wel goed zou komen. Geen hartverwarmend schaterlachen en filmpjes van kaarsjes die uitgeblazen worden. Nooit. Het werd stil in haar. Ze was koud, terwijl het een van de warmste zomers was.


Ze heeft jou zelf ter wereld gebracht. Dat was beter, zeiden ze. Jouw hartje zou nooit lang geklopt hebben. Het was een wonder dat jij het zo lang volgehouden had. Negen maanden lang wilde jij haar laten genieten van jou en toen kon jij niet meer. Afscheid genomen van jou, stil in haar armen. Oogjes gesloten en een glimlach om je mond. Rozerode lippen, zo mooi en hele lange vingers. Op de achtergrond het nummer Kiss from a Rose van Seal.


Weg, ze moest weg. Weg van de mensen om haar heen, die onbedoeld kwetsende dingen zeiden en vroegen. Weg van het huis waar jij nooit je eerste stappen zou zetten en later met de deuren zou slaan. Jou kamertje, met liefde gemaakt, waar jij nooit zou slapen en spelen. Ze wilde de wind in mijn haren voelen. Ze wenste om een zomerstorm om haar gedachten te laten wegvoeren en slagregens in haar gezicht die de tranen onzichtbaar zouden maken. Zes weken lang heeft ze gehuild om uiteenspattende zeepbellen en niet bestaande zandkastelen en toen ging ze verder. Verder met haar leven.


Jij bent vernoemd naar het feest van het licht. Helaas heeft jou kaarsje nooit mogen branden. Ieder jaar voor jou een roos. Dit jaar al tien rode rozen, vele kussen en tranen.


Een prachtige dag is het, vandaag. De zon schijnt en het belooft een prachtige zomer te worden. Kinderstemmen in de tuin, het geluid van klotsend water in het zwembadje. De klok tikt veel te snel. Ze mijmert en hoort het gegiechel van meiden op de achtergrond. Op vier juli staat heel even de klok weer stil. Voor jou, haar meisje met de rozerode lippen.

bottom of page