top of page

Stapelgek

Hij is nogal beschonken, maar hij herkent me meteen. Afgelopen zaterdag trakteerde hij me op verleidelijke blikken, opgelucht dat ie eens iemand anders had om tegen te praten. Nu vallen er bij mij al gauw gaten na een paar zwoele blikken, maar ik wist nog wel dat hij een vriendin heeft, bipolair is, graag op reis gaat en er nu liefst van al tussenuit wil als wij daar ook zijn. Ik wist zelf zijn naam nog. Hij de mijne niet meer, denk ik, maar dat vindt ie nu niet relevant. Zoenen is wat hij wil, lekker lang en wild tongen. Dat had ie die vorige keer al willen doen, zegt hij. Dat is dan compleet aan me voorbij gegaan.

Hij kijkt naar zijn gezelschap, dat wat verderop zit, niet meer om. Hij wil met mij mee en zo kunnen we al snel niet van elkaar blijven. Hij zoent lekker en eindeloos, en god wat is ie niet mijn type. Niet zo slank gebouwd, bril, maar een mooie rij tanden en donker haar. Hij wil nooit meer afscheid van mij nemen; ik neem hem mee naar mijn hotelkamer en ik zal wel voor hem zorgen. Dan huilt ie en troost ik hem, en we vrijen totdat we in slaap vallen.


Wanneer ie wakker wordt, kan ik zo op zijn behaarde lijf klimmen en hem gruwelijk misbruiken want hij ligt in coma. Uren lig ik alleen maar naar hem te kijken, hoe hij in de ochtendschemering naar drank ligt te ruiken. Dan slaat hij de ogen op, en nog voor ik iets gezegd heb, begint ie weer te zoenen. Hij doet zich tegoed aan mijn tepels en voel ik hem tegen mijn ranke lijf aan. "Hoe laat is het?" wil ie dan ineens weten. Half tien? Hij zegt dat ie moet gaan, omdat zijn vriendin zo terug zal zijn. Maar hij wil niet gaan; hij wil bij mij blijven. Kreunend van tegenzin kleedt ie zich aan.


Hij wil me weer zien. “Kom je later nog naar de bar?” vraagt ie, als ik met hem naar de hoofdingang van het complex wandel om onopvallend uit elkaar te gaan. “Stuur me anders een SMS-je”, zegt hij. Ik hou niet van zo van een GSM. “Ja, ik kan vanavond wel naar de bar komen.” Kan er ook nog wel bij; drink toch al teveel. Hij kijkt me ondeugend lachend aan, geeft me nog een zoen en gaat. Ik kijk hem na. Misschien ben ik wel stapelgek.


Hoe lang is het geleden dat er iemand zo gek op mij was? Niet dat het ooit goed afliep... . Overmorgen vertrek je, en dan zien we elkaar nooit meer. En dat mag ook niet, want als je nog langer hier bent, wil ik niet meer zonder je leven en reis ik je de hele wereld achterna. Hij kan dan wel heel erg lekker zoenen en ziet eruit als Hemingway: als hij echter denkt dat ie vanavond door mij nog eens heerlijk verwend wordt, komt ie van een koude kermis thuis. Niet dat ik niet zou willen hoor, maar jeweetwel. Dat moet je zien te vermijden, als je over 30 jaar gaat rentenieren. Mooi tijgerwelpje met je rare beroep, je moet goed voor jezelf zorgen. Daar in dat kille Baal loopt vast een Hemingway voor me rond die wel iets te bieden heeft, want hij heeft niks: erectie, geld, trots, vrienden: allemaal foetsie. Hij zal het misschien nooit weten, maar ik wil hem niet.


Misschien moet ie vanavond maar wegblijven.

bottom of page