top of page

Nooit gaat dit over

We hebben net gearmd lopen lachen in de woelige winkelstraten van Antwerpen. Als we naar de groenplaats wandelen is het al bijna donker. Ik neurie zachtjes een liedje, iets wat ik altijd doe als de angst me in de kleren kruipt. Hij vertelt honderduit over de gure typen, griezels en hoeren die hier ’s avonds rondlopen. Pas als ik waarschuwend in zijn hand knijp, houdt hij op en slaat beschermend een arm om haar heen. En dan besef ik dat ik niet weet waaraan ik begonnen ben.

Ik ken hem al sinds ik een kind was, maar ik kén hem eigenlijk pas twee weken. ’s Ochtends sta ik op met zijn lach, de hele dag door loop ik op fabuleuze wolken, ’s avonds kruip ik onder de lakens met zijn sms-jes. Dat maakt me niet alleen ontzettend vrolijk, maar helaas ook ontzettend moe, want ik doe voorlopig niks anders dan om de vijf minuten mijn mailbox checken en dagdromen op liedjes als ‘Beautiful day’ van U2. Bovendien kunnen die steeds terugkerende hartkloppingen niet goed zijn voor mijn gezondheid.


Hoewel hij me kroonde tot “het meisje dat midden in zijn orgasme zou ophouden om hem te pesten” (waar haalt die vent dàt vandaan?) en “het type dat een klootzak wel nog eens een trap in de ballen zou geven, just for fun”, denk ik dat ik zo stilletjes aan toch zijn hartje aan het veroveren ben. Mijn vrienden krijgen steevast een lachaanval als ik vertel dat we “alleen maar vrienden zijn” en knipogen chronisch mijn richting uit. Sterretjes in mijn ogen, leukere T-shirtjes, stralende glimlachen, kuise kusjes, zijn lievelingsmuziek op mijn Iphone.


Je t’ adore…


Nooit gaat dit over.

bottom of page