Ik heb een grondige hekel aan van die schattige, trop melige koosnaampjes. Als ik in een supermarkt rondwandel, op zoek naar de spaghetti in rij 5 en het vriendje even heftig op zoek is naar de spaghetti in rij 7, ik ineens “darling, ik heb de spaghetti gevonden” hoor, ben ik in staat om knalrood te worden. Van schaamte, weliswaar. Ik kan er gewoon niet bij dat een gezonde, stoere en mannelijke man publiekelijk “darling” roept. Hoe geloofwaardig ben je dan nog als man?

Ik hoef geen man die mijn jurkjes perfect gestreken in de kast legt op de juiste plaats of plank, ook niemand die op een familiefeest romantische dingen in mijn oor fluistert omdat het zo hoort. Ik wil geen negen rode rozen en één witte op Valentijn of een passievrucht, geen stringset van de kerstman. Ik hoef geen verstopte paaseitjes te zoeken in mijn bed en tussen de lakens, geen lachende pompoen aan de voordeur in november. Doe maar gewoon, zeg maar waar het op staat: liever een slet dan een lieverd, liever een strekenwijf dan een schat.
Daarentegen vind ik het geweldig om niet-voor de hand liggende dingen toegeroepen te worden. Wandelend in het park, iemand die “hé, fantastisch meisje roept”, minstens twintig potentiële fantastische meisjes die zich omdraaien, maar alleen ik die het ben.
Ach, noem me zoals je wilt, stiekem ben ik gewoon een dikke attention whore.