top of page

Kleuren van liefde

Alsof je verdwaald bent...je kent de weg wel, maar kunt hem niet vinden. Je hoort haar stem maar zij zegt niets meer. Je voelt haar armen haast om je heen, maar je kunt haar niet aanraken. Je bent je bewust van haar aanwezigheid, maar je bent de enige. De liefde is niet voorbij, maar het leven wel.

Het is niet te begrijpen en niet uit te leggen. Je wilt dat zij weer tastbaar is, dat ze terugkomt. Maar wat je ook doet, zegt, roept of schildert, zij blijft weg. Ze is achter een muur verdwenen, een muur die dood heet, jij staat er voor en kunt niet meer bij haar komen.


Dit wanhopige gemis, gedreven door liefde en gezegend met een enorm talent, stelde Marte Röling in staat om bijna zestig gigantische portretten van haar grote liefde Henk Jurriaans te schilderen. 'Ik wilde hem pakken, ik wilde hem grijpen', zo verklaart ze de buitenzinnige schilderdrang die haar negen dagen na de dood van Henk beving en nog steeds niet voorbij is. Een pijnlijk proces, want elke keer als een portret af is, volgt de desillusie. Hij is en blijft immers dood.


Ergens vertelt Marte over het spanningsveld dat zij zelf oproept. Ze schildert Henk Jurriaans zoals zij hem ziet. De ene keer lachend, soms droevig, nadenkend, arrogant of geconcentreerd. Alle schakeringen van zijn gevoel vereeuwigt zij in felle kleuren op doeken van twee meter bij twee meter. Maar Jurriaans zelf heeft daar niets over te zeggen. Voelde hij zich echt zo? Vindt hij het leuk om zo geportretteerd te worden? Hij is geen baas meer, noch over zijn eigen gevoelens noch over zijn beeld.


Het is zo herkenbaar. Hoe vaak hoor ik mezelf niet praten over de vrouw die zo’n indruk op me maakte. 'Ja, dat zou Roosje leuk hebben gevonden', 'Hier zou zij van hebben genoten', 'Dat zou ze niet waarderen'. De achterblijvers worden de baas over degene die er niet meer is. Wij bepalen, zij niet meer. Wij gebruiken ze, om ons eigen verlies te lenigen. En dat is soms héél mooi. Zoals de expositie 'Portretten van een Liefde' van Marte Röling.


Ik ben gaan kijken met een vriendin en haar zoontjes. Museum ‘Plantin Moretus’ in Antwerpen leent zich uitstekend voor deze schilderijententoonstelling. Van verre is de duif van Marte te zien, die overal neerstrijkt waar haar schilderijen heen gaan. Het is een klein, overzichtelijk museum waar je nog gewoon dicht voor een schilderij kunt staan. De penseelstreken kunt zien en zelfs zou kunnen voelen. Maar dat doe je natuurlijk niet. Zelfs de twee jongens waren onder de indruk.


De oudste is zes en schildert zelf ook. Hij was overdonderd door het felle kleurgebruik van Marte. Hij kon het zelf niet anders omschrijven dan 'een beetje eng'. De intensiteit van de liefde spatte inderdaad van de schilderijen af. Oorlogskleuren zou je het kunnen noemen. Jurriaans in het roze, geel en groen. Voor een klein jongetje dat alle 'grote mensen emoties' nog moet leren kennen, ook wel een beetje teveel van het goede.


De jongste van vier, zag er de humor wel van in. 'Was die man boos?' vroeg hij zich af. Goed gezien, die boosheid was er. Marte schilderde een heftige liefde in oorlogskleuren. Oorlog tegen de dood. Het resultaat? Enorme portretten die samen de schitterende kleuren van de liefde laten zien. Want één beeld zegt meer dan duizend woorden. Ook als het om liefde gaat. Daar zouden schrijvers jaloers op kunnen worden.

bottom of page