top of page

Grensgeval

Zij was prachtig. Het vuur dat ze in zich droeg spatte uit haar ogen en uit haar tred. Een levenskunstenares. De grande dame, de flirt, de danseres, het feestbeest. Maar ook de filosofe en behept met meer instinctief begrip dan je zou mogen verwachten van een mens dat een ander mens is dan jijzelf. Zij was gruwelijk. Ze vergat steeds dat ze al liefdevolle aandacht had gekregen en kwam om de haverklap terug om meer. Er was geen geruststellen aan.

Ze kon drinken als een matroos, kon weken voort, schijnbaar zonder ook maar een minuut te slapen en zonder ook maar een zweem van vermoeide wallen onder haar ogen te ontwikkelen. Ze vrijde wat af, met de flair en de stijl van een sprookjesprinses. Met vele prinsen en prinsessen. Zonder ooit goedkoop te zijn. Later kon ze weer make-uploos als een klein meisje op haar bed zitten. In een sullige pyjama. In haar hand een beker warme chocolademelk, waaruit elk slokje met zichtbaar genot voorzichtig werd genomen. Ze had iets van een engel. Haar kwetsbaarheid en haar zinderende levenslust, ze waren onweerstaanbaar. Merkwaardig volwassen, merkwaardig kinderlijk. Uitdagend. Stoer. Fragiel. Mooi.


Als zij genoot, was de wereld een lichtje rijker, waar de lesser mortals als motten op af kwamen vliegen. Maar verzuipen deed ze ook, waarna de motten met inmiddels flink verschroeide vleugels bij bosjes om haar heen dood neervielen, in wanhoop om het verdwijnen van de mooie vlam. Wat werd zij gruwelijk vaak verlaten. Onherroepelijk volgde op haar kunst de angst van de leegte, de nachtmerrie van het zwarte gat. Als zij daarin verzoop, restte er echter weinig meer dan de verloren ziel, een dwaallichtje in een stinkend moeras, waar niemand haar kon, noch wilde volgen.


De vriendschap met het dwaallichtje explodeerde uiteindelijk in een bizarre climax; een mengeling van wanhoop, ontoereikendheid, een te kort geheugen om te onthouden dat er echt vriendschap en echt liefde voor haar bestond, en een te korte adem om dat continu te herhalen. Een explosie gekruid met grenzeloos schuldgevoel, eindeloze manipulatie en uiteindelijk enkel nog woede, als een treurig souvenir van de gevoelens van weleer.


Het dwaallichtje heeft nu, na vele jaren een nieuwe naam gekregen. Ze heet nu officieel ‘Borderline’. Het is een lelijke naam, voor de spetterende brok levenslust die ze was. En het is een genadige naam, voor de zuigende, trekkende, strategisch-met-schuld omgaande manipulator die ze leek. Ze is vele grenzen van me verwijderd, in plaats en in tijd. En of ik die grenzen ooit nog over wil stappen, daar ben ik niet over uit. Ik denk het eigenlijk niet. Maar een dwaallicht met een label spookt wel al weken door mijn hoofd, dansend over grenzen die ik reeds lang gesloten achtte.

bottom of page