Mijn zoveelste bezoek aan Antwerpen… Ik ademde de stad in. Haar mensen. De gebouwen. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Ik slenterde rond op zoek naar de renners. Eindelijk le moment suprème. Toen ging alles finaal mis, prachtige foto’s mislukt. Mijn woede oneindig.

Mijn teleurstelling voerde me langs de kaai van de Schelde. Het zacht ruisende water, de fluisterende stelletjes op bankjes. De lichtjes. De betoverende atmosfeer van de stad van de liefde. Het trof me. Op dat moment, op die plek, ondanks of misschien wel dankzij – voelde ik me eenzamer dan ik me ooit gevoeld had. Een buitenstaander in een sprookje. Ik besloot dat ik ooit, als ik alles verwerkt had, terug zou keren. Naar Antwerpen. Naar de kaai van de Schelde.
Ik betreur dat ik waarschijnlijk nooit zal terugkeren.
Om die reden, en om een andere. Mr T.
Op hetzelfde moment – toen tranen mijn blik vertroebelden – was er een stem. ‘Hello, my darling, are you okay?’ Twee bezorgde ogen staarden me aan. Ik weet nog dat ik mijn tranen weg probeerde te knipperen. En nog eens in die ogen keek. Die prachtige bruine ogen. En verdronk. Nooit heb ik me zo in iemand verloren. Me zo diep verbonden gevoeld. Bij de eerste stralen van de lentezon ben ik vertrokken. Bang, dat de betovering verbroken zou worden. Het was te overweldigend, te intens. Ik was te sceptisch. Ik geloofde er niet in. Of misschien wilde ik er niet in geloven. Ik heb nog gedag gezegd, even geglimlacht aan de start. Met een noodvaart ben ik terug gereden naar de kempen.
Misschien was het een sprookje. En kwam het door het gevoel van allesverterende eenzaamheid wat eraan voorafging. Maar feit is dat ik die diepe verbondenheid nooit meer gevoeld heb. Met niemand. En dat ik nog elke dag – sinds de dag dat mijn stoutste verlangens even, een momentje, werkelijkheid werden – denk aan hem. In mijn dromen rijd ik opnieuw naar Antwerpen. Sta ik opnieuw aan de Scheldekaai.
Nooit heb ik het aangedurfd. Uit angst om het gevoel van eenzaamheid, bodemloze eenzaamheid, opnieuw te ervaren. En niet meer kwijt te raken.
Na al die tijd, nog steeds een gemis.